Het is een herkenbaar tafereel: een directievergadering waarin projecten een score krijgen in een Excel-model. Er wordt druk gerekend, gewichten worden aangepast, en uiteindelijk verschijnt er een nette lijst van prioriteiten. Iedereen knikt, maar zodra de vergadering voorbij is, wordt er alsnog gediscussieerd.
Portfoliomanagement draait in theorie om prioriteren, budgetteren en afstemmen. Maar in de praktijk staat of valt het succes met mensen. De bereidheid om samen te werken aan gezamenlijke doelen en het loslaten van eigenbelang zijn cruciaal. En precies dat blijkt vaak het lastigste onderdeel. Toch zijn er manieren om dit om te buigen – zonder grote reorganisaties of nieuwe tooling. Drie verrassende ingrepen kunnen al het verschil maken.
De PMO-evolutie is in volle gang. Waar het PMO ooit vooral fungeerde als rapportageloket of projectcontroller, groeit het nu uit tot strategische sparringpartner en navigatiecentrum. Dat is geen luxe maar noodzaak: in een wereld waarin prioriteiten snel verschuiven, stakeholders directe waarde verwachten en data altijd beschikbaar is, moet het PMO meebewegen.