Agile werken is inmiddels diep verankerd in veel organisaties. Waar het vijftien jaar geleden nog een experiment was, is het vandaag de dag de norm. Scrum, SAFe en andere frameworks worden breed toegepast, teams draaien hun sprints, en directies spreken moeiteloos over PI-planning en value streams. Maar met die volwassenheid komt ook een verschuiving. Een opvallende zelfs: de rol van de Agile Coach verdwijnt langzaam maar zeker.
Het is een herkenbaar tafereel: een directievergadering waarin projecten een score krijgen in een Excel-model. Er wordt druk gerekend, gewichten worden aangepast, en uiteindelijk verschijnt er een nette lijst van prioriteiten. Iedereen knikt, maar zodra de vergadering voorbij is, wordt er alsnog gediscussieerd.
Portfoliomanagement draait in theorie om prioriteren, budgetteren en afstemmen. Maar in de praktijk staat of valt het succes met mensen. De bereidheid om samen te werken aan gezamenlijke doelen en het loslaten van eigenbelang zijn cruciaal. En precies dat blijkt vaak het lastigste onderdeel. Toch zijn er manieren om dit om te buigen – zonder grote reorganisaties of nieuwe tooling. Drie verrassende ingrepen kunnen al het verschil maken.